Afl. 11 - Van conducteur tot burgemeester

Gepubliceerd op 17 januari 2024 om 11:00

Jacques Maessen (1870-1940) burgemeester van Vlodrop (1915-1932), St. Odiliënberg (1918-1932) en Melick- Herkenbosch (1922-1932). Jacques draagt hier, behalve de ambtsketting, een paar onderscheidingen die hij wellicht heeft verdiend in enkele jaren dat hij in Nederlands-Indië diende.


Kandidaat

Midden in de Eerste Wereldoorlog, op 25 januari 1915, was het burgemeesterschap van Vlodrop vacant omdat aan Peter Maessen, wegens zijn slechte gezondheid, ontslag was verleend. Maar al twee weken daarvóór meldde zich een kandidaat voor de opvolging. Op 10 januari 1915 schreef een zekere Jacobus Maessen een sollicitatiebriefje aan de Koningin[1].

Bij het overlijden van Jacobus vijfentwintig jaar later, in 1940, verschenen er in heel Nederland krantenberichtjes over hem onder de kop ‘Van conducteur tot burgemeester’. Maar die berichtjes meldden niets over de dorpsaffaires waarin hij tien jaar lang een hoofdrol speelde, want de gezagsgetrouwe kranten hingen de vuile was niet buiten. In het provinciale archief in Maastricht trof ik een dossier over hem aan waarin ik van de ene verbazing in de andere viel.

Ambiteus

Jacobus Maessen, roepnaam Jacques, was een ondernemend, veelzijdig en ambitieus man. De geliefde oud-burgemeester Jan Maessen, die in 1897 was overleden, was zijn oom. Hij was ook een volle neef van zijn voorganger, burgemeester Peter Maessen, en hij was, net als zij, geboren en getogen in Vlodrop.

Toen in 1914 het einde van het burgemeesterschap van zijn neef Peter in zicht kwam, woonde Jacques in het Zuid-Limburgse Limmel, een dorp onder de gemeente Meerssen. In zijn sollicitatiebriefje presenteerde Jacques zich als 'wethouder der gemeente Meerssen en eerste schrijver bij de Maatschappij ter exploitatie van Staatsspoorwegen'. Omdat in Vlodrop een vacature aanstaande was, nam hij 'eerbiedigst de vrijheid (…) Uwe Majesteit te verzoeken hem voor de vervulling van dit Ambt (…) in aanmerking te laten komen'. Dat was alles: geen CV en geen motivatie of andere argumenten die bij de mogelijke benoeming een rol zouden kunnen spelen. Toch was dit blijkbaar voldoende, want op 8 maart 1916 tekende koningin Wilhelmina het koninklijk besluit met zijn benoeming tot burgemeester van zijn geboortedorp. Er hadden zich geen andere kandidaten gemeld en blijkbaar had Jacques Maessen in Maastricht en omgeving een goede reputatie opgebouwd die ook was doorgedrongen tot het gouvernement. Maar er was wel een smetje op zijn blazoen.

Jacques was in 1899, als 29-jarige spoorwegbeambte, in Borgharen getrouwd met de 24-jarige Belgische Maria Staes, dochter van een spoorwerker.[2] Maar er was nog een andere vrouw in zijn leven, iemand die hij altijd trouw zou blijven. Dat was de Vlodropse Nellie Moors, die twaalf jaar jonger was dan hij en die nog in haar geboortedorp woonde. Nellie kreeg in 1908, toen Jacques als getrouwd man in Limmel woonde, een dochter, Maria, en Jacques was de vader [3]. Naast zijn bestuurlijke ambitie, waren Nellie en haar dochter een goede reden voor Jacques om burgemeester van Vlodrop te willen worden. Hij wilde bij hen in de buurt zijn.

In zijn officiële gezin hadden Jacques en zijn echtgenote Maria veel verdriet door de slechte gezondheid van hun kinderen. Toen zij in 1915 naar Vlodrop verhuisden hadden zij twee kinderen, maar zij hadden ook al drie kinderen verloren. In Vlodrop kregen ze nog een dochter. Jacques zou het overlijden meemaken van alle kinderen die hij met Maria Staes had gekregen.

(Tekst gaat door onder de foto's.)


Bergerweg-Kleine Wal 1928, waar de reiziger uit Roermond het dorp in kwam. Op de achtergrond is te zien dat het nieuwe raadhuis in aanbouw is. Het kruis op de splitsing was in 1900 geschonken door gravin d'Alcantara van het kasteeltje na een verzoek van wethouder P. van der Beek (foto), die ook een van de oprichters van de fanfare was in dat jaar. De gravin maakte het ook mogelijk dat de fanfare haar eerste instrumenten kon kopen. Foto's uit de gids bij het grote muziekconcours dat de fanfare in 1926 organiseerde. Daarin schreef Gerard Krekelberg over de vele ruzietjes in de fanfare. 


Gemoedelijk

Jacques was op het moment dat hij tot burgemeester werd benoemd al jaren raadslid en wethouder in Meerssen. Hij had volgens de Limburger Koerier[4] een 'gemoedelijke omgang, een open karakter' en was hulpvaardig. Hij was actief in het verenigingsleven. Het was 'niet het minst aan zijn tactisch optreden te danken dat de partijen die Limmel jarenlang hielden verdeeld, ten gevolge van het verenigingsleven, elkaar sinds jaren de broederhand hebben gereikt'.

Jacques was in het Zuiden een man van vele activiteiten. Hij was medeoprichter van een katholieke kiesvereniging en oud-hoofdbestuurslid van een katholieke bond van spoorwegpersoneel. Na zijn benoeming in Vlodrop werd hij in Limmel feestelijk uitgezwaaid door de harmonie van de spoorwegen die hij had opgericht.[5] 

De krant beschreef hoe Jacques op Tweede Paasdag in Vlodrop een overweldigend welkom kreeg. Veel van zijn familieleden hadden een betrekking bij de spoorwegen of op het Vlodropse station en daar werd hij als nieuwe burgervader dan ook binnengehaald. In de loop van de middag vertrok men per rijtuig met vlaggen, bloemen en een erewacht te paard naar het dorp. Het weer was niet al te best, maar in een optocht die steeds langer werd met de fietsclub, de fanfare, de schutterij, bruidjes, schoolkinderen, de gemeenteraad, de landbouwbond, de Boerenleenbank en het gemeentepersoneel trok men naar het feest. De toespraken en cadeaus volgden elkaar op. Pastoor Verstappen hoopte dat beiden, 'als vrienden zullen samenwerken aan het geluk van hun beider onderdanen'. Jacques zelf zei volgens de krant:[6] 'Als knaap van slechts 13 jaar had hij Vlodrop, zijne geboorteplaats, verlaten en thans keerde hij terug als burgemeester, als burgervader van alle inwoners dezer plaats, zonder onderscheid van rang of stand, oud en jong. Steeds zal hij met geheel zijn hart met het spoorwegpersoneel blijven voortleven, in wier rijen hij een groot deel van zijn leven heeft doorgebracht.'

Vrienden

Het gezin trok in Vlodrop eerst in de leegstaande onderwijzerswoning. In de zomer kwam het zangkoor uit zijn vorige woonplaats nog een keer naar Vlodrop om zijn oud-bestuurder een hulde te brengen.[7] In het najaar kreeg hij van Gedeputeerde Staten goedkeuring om de gemeentelijke weddes van hemzelf en de secretaris ‘wegens de dure tijden en de drukke werkzaamheden’ te verhogen tot zevenhonderd gulden per jaar. Bovendien mochten de presentiegelden van de raadsleden worden opgetrokken van vijftig naar honderd gulden.[8] Daar zal de nieuwe burgemeester beslist vrienden mee hebben gemaakt.

En inderdaad blijkt hij geliefd te zijn. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1917, de laatste voor de invoering van het algemeen kiesrecht, haalde hij met 165 het grootste aantal stemmen van alle kandidaten.[9] Hij lag dus goed bij de mensen en het dorp maakte in die jaren ook ontwikkelingen door die het meer bij de wereld betrokken. Daarover volgende week.

 

[1] Archief van het Ministerie van Binnenlandse Zaken: afdeling Binnenlands Bestuur (1870) 1879-1950 (1959), inventarisnummer 2039.

[2] Openarch.nl

[3]Maria werd geboren in de woning van haar grootvader Andries Moors, landbouwer. Geboorteaangifte werd gedaan door die grootvader met als getuigen Willem Schmitz (slager) en Joseph Hendrik Biermans (landbouwer). Aktenr. 4/1908. Gegevens ontvangen van Th. Maessen Herkenbosch.

[4] Limburger Koerier, 12 maart 1915.

[5] Limburger Koerier, 16 maart 1915.

[6] Limburger Koerier, 10 april 1915.

[7] Limburger Koerier, 9 juli 1915

[8] Notulen gemeenteraad 21 oktober 1915

[9] Limburger Koerier, 6 juli 1917

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.